Belevingsonderzoek:
Het doel van een belevingsonderzoek is om vast te stellen of een kind, een jongere of een adolescent nood heeft aan verdere psychologische begeleiding én hoe deze begeleiding het beste vorm krijgt: wat heeft deze persoon nodig om te veranderen/groeien?
Om een antwoord te kunnen geven op deze vraag zijn er een aantal sessies nodig:
- om kennis te maken met de ouders
- om kennis te maken met het kind/de jongere of de adolescent (de cliënt)
- voor een spel-observatie of voor gesprekken met de cliënt
- voor diagnostiek
- voor overleg met betrokken hulpverleners (school, huisarts, CLB, belangrijke anderen, …)
Mits toestemming van de ouders. - om de resultaten te bespreken en om een eventueel therapieplan te bespreken.
Een belevingsonderzoek duurt meestal tussen de 7 à 10 sessies.
Een belevingsonderzoek is op zich al helend. Dit wilt zeggen dat klachten of zorgen al kunnen verminderen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de manier van werken tijdens een belevingsonderzoek gelijkenissen vertoont met het therapeutisch werken.
Procesdiagnostiek:
Tijdens de sessies en tussen de sessies door kan er gebruik gemaakt worden van verschillende soorten vragenlijsten om te weten of de aanpak van de therapeut de correcte aanpak is.
Psycho-educatie:
Binnen PsyDelwin kunnen we samen kijken wat een stoornis voor jou betekent en hoe deze stoornis in jou leven aanwezig is. Verder kunnen we zoeken naar manieren voor jou om zinvol om te gaan met een ontwikkelingsstoornis en/of hoe onze omgeving het beste met jou kan omgaan.
Samen kunnen we zoeken naar je sterke en minder sterke kanten als persoon zodat je op een aangename manier in het leven kan staan.
Gesprekstherapie:
Wanneer kinderen oud genoeg zijn, de vaardigheden ontwikkeld hebben om woorden te geven aan hun gevoel, hun beleving, dan kan er via gesprekstherapie samengewerkt worden.
Soms kan er ook gekozen worden voor andere therapievormen, niet omdat een kind niet kan praten, maar omdat het meer baat heeft bij een andere therapievorm.
Speltherapie:
Kinderen hebben nog niet de capaciteiten om zich, net zoals volwassenen, met woorden uit te drukken. Of ze zijn te jong en hun brein is nog niet in staat om hetgeen zij meemaken onder woorden te brengen of er zijn andere factoren die maken dat woorden te kort schieten.
Spel is voor kinderen een natuurlijke manier om woorden te geven aan hun beleving en aan hun emoties. Via spel kunnen kinderen de werkelijkheid een plaats geven, kunnen zij leren hiermee om te gaan en kunnen zij oefenen hoe het eventueel anders kan.
Binnen speltherapie staan veiligheid en het gevoel van zelf-controle bij het kind centraal. Dit wil zeggen dat speltherapie als werkvorm het tempo volgt van het kind. In die zin is er eerder sprake van doorleefde veranderprocessen in plaats van snelle veranderprocessen.
Psychodrama:
Psychodrama is een techniek voor jong en oud, voor een individuele therapie als ook voor groepen. Binnen psychodrama word er gezocht naar creatieve manieren om vorm te geven aan hetgeen we samenwerken. Dit kan aan de hand van duplo popjes of door zelf in de therapieruimte te gaan bewegen/staan …
Binnen de techniek van psychodrama is alles mogelijk wat we maar kunnen bedenken om thema’s bespreekbaar en voelbaar te maken.
Ouderbegeleiding:
In sommige situaties is het niet mogelijk of niet wenselijk om met het kind samen te werken. In deze situaties is het belangrijk om samen met de ouders en/of de belangrijke anderen te zoeken naar manieren waardoor klachten en/of zorgen kunnen verminderen.
Bij ouderbegeleiding zijn de ouders het onderwerp van gesprek in functie van het kind, de jongere of de adolescent. Samen kijken we naar het kind en wat er met jou als ouder op dat moment gebeurt. Niet om met de vinger te wijzen en om te zeggen wat er al dan niet goed gaat.
Wél omdat de ouders op dat moment de enige toegangspoort zijn naar veranderingen bij een kind of omdat zij een sleutelrol vervullen om het kind te helpen veranderen. Met andere woorden omdat op dat moment het kind de ouders nodig heeft om zelf te kunnen veranderen.